Apeldoorn, 24 augustus 2023
Geachte kandidatencommissie, en beste bestuurders van de relevante politieke organisaties,
Tijden veranderen. Nu en dan zelfs wekelijks. Soms veranderen ze sneller dan waar mensen klaar voor zijn. Zelfs wanneer je jaren de tijd neemt, alles voorbereid, op een gegeven moment zal je overvallen worden door het moment dat je wél naar voren moet stappen. Ook omdat de wereld, alweer, weer anders is geworden dan je had verwacht. Nu is het moment. Versnellen en vaart maken. Hetzelfde moment dat ik de handschoen op pak; een stap naar voren zet. Juist dit is het moment dat wij overvallen worden door de (volgende) democratische herschikking die plaats kan — en zál! — vinden. Met of zonder ons. Een herschikking waarbij wij, zoals iedere politieke stroming, de verantwoordelijkheid hebben om deze democratischer te maken (lees: eerlijker vertegenwoordigd) en zorgen dat de belangen waar wij voor staan — subsidiariteit en zelfbeschikking — gehoord worden.
Dat wij als lokalen, als regionalisten, er nog niet klaar voor zijn om ook representatie uit te breiden naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal, dat betreur, maar vooral begrijp ik. Er is nog maar een zeer korte aanlooptijd tot 22 november 2023. Een tijdsvak waarin veel meer gedaan zou moet worden dan haalbaar wordt geacht. Laat staan: gedegen, samen. Vooral omdat we te maken hebben met ‘de lokale paradox’, welke we eerst moeten zien te doorbreken. Wij moeten zorgen dat we “op hoger niveau” kunnen gaan spreken, met ruggespraak, met daadkracht, met visie, op zo’n manier dat eer doet aan onze ‘aanpak van onderop’. Het maatwerk en menselijke maat verlangd van ons dat we bottom-up organiseren. Noodzaak om breder in representatie te voorzien. Bestaansrecht van ons platform en netwerk moet aanzienlijk versterkt worden. Al was het maar omdat we moeten zorgen dat we aan tafel zitten wanneer er “over ons wordt beslist”. En dat ‘aan tafel zitten’ kan in het huidige bestel — in de praktijk, eigenlijk — alleen maar in de Tweede Kamer, althans volgens de media. Want we moeten de agenda mede gaan bepalen, want in de Eerste Kamer komen we überhaupt pas te veel “achter de feiten aan”... om ‘t gevolg van het wetgevingsproces en haar voortkomende realiteit nog te kunnen bijsturen.
Maar om even een mogelijke verwarring weg te nemen: ik stel mij niet kandidaat voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Die waan(zin?) van de dag, past niet bij mij. Mijn persoonlijke aanpak is die van systeemdenken en systeemfouten benoemen. Hiervoor moet je op een diepere laag actief zijn binnen het bestel. Dat kan vanuit de gelederen van de Eerste Kamer in de ondersteunende rol die ik nu al vervul, maar ook deze wordt voor een groot deel gevoed met regelgeving en richtlijnen vanuit ‘Brussel’ middels de trilogen. Daar kan wél enig verschil gemaakt worden! Precies: ik stel mij kandidaat voor het Europees Parlement!
Dat lijkt mij de route die bij mij past1. De route om de vertegenwoordiging voor lokale en regionale politiek uit te breiden, op zo’n manier dat het mogelijk is om de oplossing te bieden voor de ‘lokale paradox’. Namelijk, de werkwijze van — en als vertegenwoordiger in — het Europees Parlement is er één die een dienstbare opstelling noodzakelijk maakt. Dienstbaar aan dat onafhankelijke en decentrale deel van Nederland dat wij willen vertegenwoordigen. Door in Brussel en Straatsburg actief te zijn, in diverse commissies2 en delegaties3, vanuit de politieke groep4, kunnen we zorgen dat het Europees Parlement (evenals het Comité van de Regio’s) een voorportaal wordt om de belangen vanuit de provincies en regio’s te behartigen. Slagkrachtig in inmenging van de Europese agenda’s, op de wijzen het ambt dat met zich meebrengt, evenals gevraagd en ongevraagd het decentrale bestuur/partijen inspireren in het nemen van alternatieve stappen. Met de bijbehorende daadkracht, zoals Europese subsidies. Immers, vanuit zowel Europees als regionaal perspectief, ‘Den Haag’ — of beter gezegd: Holland — houdt er een calvinistisch eigenwijze koers er op na, die wij niet hoeven te onderschrijven. Wij kunnen meer gaan bereiken.
We kunnen ons juist onderscheiden door de inzichten vanuit regionale zelfbeschikking en cohesie mee te nemen. Vanuit het gedachte-experiment van ‘een onafhankelijk Friesland’, of een andere regio/provincie — gestoeld op haar eigen taal of dialect, cultuur en geschiedenis —, kunnen we gaan werken aan een zelfredzame lokale economie, die een sociaal stelsel versterkt, dat een mienskip en noaberschap weer op- en uit-bouwt. Na jaren stelselmatige afbraak. Mensen weer tot elkaar brengen. Plaatselijke onafhankelijkheid versterkt het weerstandsvermogen tegen (geo-)politieke instabiliteit en zgn. vreemde economische belangen. Evenals een toekomst bieden aan de jongeren in die regio’s. De volgende generaties geven invulling aan hun eigen leefomgeving, ook omdat ze er al binding mee hebben, want leegloop geeft afbraak. Aansturen op een Unie-brede pacifistische grondhouding. Vanuit dit onafhankelijkheid- en zelfvoorziening-model — hier en daar — kunnen wij ook een kentering maken op de polarisatie rondom [im-]migratiestromen en het oorzaak-gevolg-relaas in de asielcrisis. Wellicht zelfs een oplossing! Daar kunnen we alleen maar naartoe sturen wanneer we blijven hameren op subsidiariteit, tot aan het activistische toe... We moeten over de gehele breedte weder-opbouwen. We kunnen ‘Den Haag’ gaan vertellen dat het noodzakelijk is om meer dan anderhalve economische centra5 te hebben in Nederland. Dat ons koninkrijk haar gewesten6 niet moet vergeten, dat deze meer zijn dan alleen maar “win-gewesten” (zoals de gaswinning in Groningen), en dat al haar inwoners gelijk moeten zijn volgens de wet, in rechte en voorzieningen. Dat Nederland, gelijkelijk aan Europa7, vele regio’s kent die allemaal hun eigen bestaansrecht hebben.
Het is een grote uitdaging. Het brengen van dit (bovenstaand) andere perspectief gaat mij naar het hart. Nu is het moment om deze baseline kenbaar te maken. Vooral ook omdat we al ver gevorderd zijn in de vooravond van de volgende digitale revolutie. Juist daarom moeten we verankeren wat ons mens en tot volkeren maakt. De menselijke maat (incl. mensenrechten) als primaire businessrule... Het kader waartegen we verantwoording mogen vragen, van de overheid, maar ook de blackbox die ons als informatie zal omvatten. Ter verantwoording om ons onafhankelijk en in vrijheid ons leven te kunnen blijven inrichten. Hiervoor moeten we op Europees niveau actief zijn, ook om bij te dragen dat zoveel mogelijk op lokaal niveau besloten en gedaan kan worden. Zorgen dat deze visie — als andere werkwijze — bekend wordt binnen het publieke debat. Bekend als ideologie waarin lokalen en regionalisten elkaar in herkennen. Waarin we elkaar vinden en dat omzetten tot een volksmacht in grote (stem-)getallen.
Daar teken ik voor. Met vriendelijke groet,
- In 2019 was ik al eens lijsttrekker namens de gecombineerde lijst van vandeRegio & Piratenpartij. Sindsdien ook voorzitter van vandeRegio.
- Mijn voorkeur: Constitutional Affairs (AFCO)# + Legal Affairs (JURI) + Industry, Research and Energy (ITRE)# + Regional Development (REGI) + Development (DEVE) + Civil Liberties, Justice and Home Affairs (LIBE)# + Human Rights (DROI)# + foreign interference in all democratic processes in the European Union, including disinformation, and the strengthening of integrity, transparancy and accountability (ING2). #) als ‘member’.
- Mijn voorkeur: Cariforum-EU (DCAR)# + Northeren cooperation, Switzerland, Norway, EU-Iceland (DEEA)# + EU-UK (D-UK) + ...
- De European Free Alliance (EFA) heeft de zeer nadrukkelijke voorkeur, mede doordat de FNP mede-oprichtend lid hiervan is. De groeps-samenwerking met de Greens is enigszins problematisch vanwege GroenLinks, helemaal nu deze te innig gaat samenwerken met PvdA (S&D). Hiernaast, de Nieuw-Vlaamse Alliantie (NVA) heeft als lid van de EFA een andere groep gekozen, om haar moverende redenen.
- Nederlandse economie draait voornamelijk op de Randstad (met Rotterdam als haven, Schiphol als luchthaven) en wordt aangevuld met regio-Eindhoven (vanwege Philips en ASML).
- Naast de verschillende provincies in het ‘randland’ (Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Zeeland), bedoel ik hiermee ook Caribisch Nederland, zowel de positie van bijzondere gemeenten en nog altijd ontbrekende Koninkrijksgeschillenregeling met de zelfstandige landen Curaçao, Aruba en Sint-Maarten. Evenals dat er nog altijd BES-wetten worden geschreven, deels omdat ze niet kunnen beroepen op doorwerking van Europees recht, deels omdat de achterstelling nog altijd voortduurt.
- expliciet Europa en niet alleen de Europese Unie, want o.a. ook voor de landen op de Balkan kennen we een zorgplicht, juist ook omdat ze al een generatie tot toetreding van de Unie toe aan het werken zijn.